Deze volkse tragikomedie kan beschouwd worden als een soort Schippersstraat, maar dan een eeuw later. Dit echter zonder de pretentie te hebben nog maar in de buurt te komen van het meesterwerk van Jos Houben.
In het eerste deel maken we kennis met de bordeelhoudster tante Rosa, een prostituee op rust en de meisjes, Nicole en Lizzy, twee totaal tegengestelde karakters. Nicole is een ernstig en zorgzaam type. Lizzy daarentegen een vrolijke flapuit en losbol. Of is dat slechts een façade? Ze doen allemaal hun verhaal. Verder is er Zofia, een Poolse poetsvrouw die haar eerste stapjes zet in het vak. En dan is er Fons, een vriend des huizes en klusjesman, of is hij meer dan dat?
In het tweede deel focussen we ons meer op de omgang van de meisjes met elkaar en met de klanten. De meisjes vertellen over hun klanten en hun soms bizarre wensen. Bolleke, Dirk de gynaecoloog, Franske de schipper, de kapitein van de droge dok en Paulus de boskabouter passeren de revue.
We maken ook zelf kennis met enkele klanten. De wereldvreemde professor Weiremans die de meisjes tot wanhoop drijft en een rechter die van rollenspelletjes houdt. Zo krijgen we een idee van het dagelijkse leven in een bordeel. Het geheel is uiteraard doorspekt met de nodige dosis humor, vooral aangeleverd door Lizzy, het zonnetje in huis. Plots breekt er brand uit…
Daarna worden de remmen pas echt losgegooid. Cupido slaat onverwacht toe en er komt een link tussen Rosa’s bordeel en “Allo, Allo” aan het licht. Voor het eerst laat Lizzy in haar hart kijken en Rosa blikt terug op haar leven. Dan slaat Cupido een tweede maal toe… Kortom, een volks stuk, soms een beetje rauw en expliciet, maar niet overdreven. Dat is nu éénmaal inherent aan de leefwereld in een bordeel. U kan een verrassend stuk verwachten vol afwisseling, emoties, humor, op smaak gebracht met een aantal liedjes.
Het is best mogelijk dat u af en toe bij de keel gegrepen wordt of dat u een traantje moeten wegpinken. Maar de kans is groot dat uw kijk op sommige zaken enigszins bijgesteld wordt…